Gewoon vs ongewoon

Wanneer je nieuw bent in een organisatie dan ben je eigenlijk op je best. Je verbaast je over hoe dingen aangepakt worden. Je hebt nog veel ideeën over hoe het beter kan. Na 6 maand meegedraaid te hebben, begin je al aardig gewend te raken en verbaas je je al veel minder. En na een jaar? Dan ben je helemaal opgenomen in de denkwijze van het bedrijf. Het wordt steeds lastiger om met een frisse blik naar de organisatie te kijken.

Voor innovatietrajecten is het doorbreken van denkwijzen van groot belang. Creatieve input is nodig om tot nieuwe inzichten te komen. Daarbij is het van belang om variëteit in aanpakken te gebruiken en niet te focussen op één bepaalde methode methode of aanpak. In deze blog focussen we ons op een creatieve manier van werken door op zoek te gaan naar de spanning tussen uitersten (gebaseerd op ’the service innovation handbook‘).

Maak het gewone ongewoon vs maak het ongewone gewoon

Over elk van de uitersten is veel te zeggen, daarom beperk ik me in deze blog tot het bespreken van gewoon <==> ongewoon.

Toen was roken nog heel gewoon

Wanneer ik in een oud fotoboek blader wordt duidelijk hoe gewoon roken destijds was. Ik herinner mij nog de glaasjes met sigaretten op tafel bij feestjes. Een asbak in iedere hoek van de kamer. In de loop der jaren is roken steeds ongewoner geworden. Op bezoek gaan bij vrienden en dan een sigaretje opsteken zonder te vragen? Ik kom het niet meer tegen.

In ons huidige leven zijn ook veel dingen te bedenken die we nu gewoon vinden, maar dat misschien niet zouden moeten zijn: ingewikkelde procedures; een weekendje weg per vliegtuig naar Barcelona; die enorme hoeveelheid vlees bij de barbecue.

Vleesvervangers ongewoon?

De barbecue zonder vlees kunnen veel mensen zich nog voorstellen, maar een vegetarische bitterbal is een ander verhaal. Door in te spelen op traditionele producten en deze na te maken is het ongewone van vegetarisch eten heel gewoon geworden.

De vraag die hierop volgt is hoe we dat schuiven tussen gewoon en ongewoon als innovatief gebruik in ons eigen werk kunnen toepassen. Om dat duidelijk te maken wil ik een voorbeeld gebruiken rondom sociale robots. In de zorg wordt daarover veel gesproken. Echter, door het ongewone van sociale robots zijn we niet goed in staat ons voor te stellen wat het gebruik van sociale robots kan betekenen. We blijven hangen in algemene voor- en afkeuren. In de film ‘Ik ben Alice’ wordt verslag gedaan van de ervaringen van oudere mensen met Alice (een sociale robot). We zien dat mensen hele gesprekken hebben met Alice (over hun leven nu, over vroeger). Een van de deelnemer noemt Alice haar vriendin.

De film ‘Ik ben Alice’ maakt het ongewone gewoon en daarmee bespreekbaar.

Volgens Kimbell moet je op zoek gaan naar de spanning tussen uitersten. Dus we blijven niet vastzitten in onze opvatting van ‘gewoon’ of ‘ongewoon’.

Juist dat heen en weer schuiven kan je helpen in je denkproces. Doordat de film ‘Ik ben Alice’ sociale robots bespreekbaar en concreet heeft gemaakt kun je je daarna afvragen in wat voor wereld we leven dat sociale robots de rol van mensen gaan overnemen. Dat mensen zo eenzaam zijn dat ze een sociale robot hun vriendin noemen.

Recommended Articles

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *